Voor sommigen klinkt het wat vreemd om in een vrijzinnige context over rituelen te spreken. Het woord ritueel wordt door velen in verband gebracht met godsdienstige gebruiken en lijkt in die zin het niet-religieuze karakter van de vrijzinnigheid tegen te spreken. Anderzijds blijkt stilstaan bij de belangrijke gebeurtenissen in het leven een universele menselijke behoefte.

Het lentefeest voor de 6 jarige en het feest vrijzinnige jeugd voor de 12 jarige zijn een van de eerste plechtigheden die door de vrijzinnige gemeenschap georganiseerd werden.

Het lentefeest duidt de overgang aan van de kleuterschool naar het lager onderwijs. De kleutertijd is hiermee voorbij. De leerlingen kunnen vanaf het eerste leerjaar de cursus niet-confessionele zedenleer volgen. Dat is kiezen voor een morele vorming in een open geest, waarbij het kind op weg wordt geholpen om zelf normen en waarden te ontdekken en zo een zelfstandig en kritisch ingesteld mens te worden.

Het feest vrijzinnige jeugd in het zesde leerjaar is geen afsluiting van deze periode maar een overgangsmoment naar de middelbare school waar de lessen zedenleer verdergezet worden en de vrijzinnige en humanistische thema’s verder worden uitgediept.